De Asymmetrische Tonische Nek Reflex
Misschien eens leuk om de babyfoto’s van je kind te bekijken en te ontdekken of er één bij is, waar je de Asymmetrische Tonische Nek Reflex (ATNR) op ziet!
Deze reflex komt tevoorschijn rond de 13e week in de baarmoeder en wordt ook wel gezien als moment waarop de baby begint met schoppen. Deze reflex helpt je bij de geboorte met het maken van de spildraai die nodig is om door het geboortekanaal te kunnen komen. Normaliter is deze reflex niet meer actief als je kind zo’n zes maanden oud is.
De ATNR laat zich zien wanneer je kind op z’n rug ligt en het hoofd naar links of rechts draait. Het draaien van het hoofd maakt dat de arm en het been aan die zijde zich gaan strekken (spannen) en de arm en het been aan de andere zijde zich gaan buigen (ontspannen).

Deze reflex is de voorloper van de oog-hand coördinatie. Als de baby zijn hoofd draait, strekt hij automatisch de arm, opent zijn hand en volgt deze beweging met zijn ogen. Zo leert de baby met zijn ogen te richten en diepte te zien.
Wanneer deze reflex niet geïntegreerd is, heeft dit grote invloed op het schoolse leren.
Deze reflex kan van grote invloed zijn op het leren schrijven. Zodra het kind naar het schrift kijkt, willen zijn arm en been zich gaan strekken en de hand zich openen. Dit gebeurt natuurlijk onbewust. Onbewust gaat je kind vervolgens compenseren om het zichzelf gemakkelijker te maken. Hij draait het schrijfblad 90° of legt het schrijfblad aan de bovenzijde van de tafel zodat hij met gestrekte arm kan schrijven. Vaak zie je ook dat deze kinderen keurig bij de kantlijn beginnen te schrijven, maar onder aan de bladzijde rechts op het blad eindigen.
De andere kant is, dat het kind zijn arm (onbewust) voortdurend tegenhoudt van strekken. De hand wil zich openen, en alles samen leidt tot krampachtig vasthouden van de pen en een slordig, vaak hoekig handschrift. Deze kinderen kunnen bij spelling het woord mondeling vaak goed spellen, maar wanneer ze het woord vervolgens moeten opschrijven, gaan ze de mist in. De inspanningen kosten het kind ontzettend veel energie waardoor ze visuele (overschrijven van het bord) en auditieve informatie (het dicteewoord wat juf zegt opschrijven), niet goed meer kunnen verwerken. Gevolg: de aandacht verslapt. En voilà: er wordt gesproken over een “concentratieprobleem”!

De ATNR hindert kinderen bij het kruisen van de middellijn. Middellijn?? Ja, jonge kinderen maken nog geen onderscheid tussen links en rechts. Wanneer een kind zijn autootje van rechts naar links wil laten rijden, pakt hij het autootje met zijn rechterhand vast en laat het autootje rijden. Zodra hij met het autootje voor zijn lichaamsmiddellijn is, geeft hij het autootje door aan zijn linkerhand om zo verder te rijden.
Zo rond de leeftijd van 6 jaar ontdekt een kind dat het deze middellijn kan kruisen en leert hij bv. dat beide lichaamshelften kunnen samenwerken. Dit zorgt er voor dat een kind van links naar rechts op papier kan schrijven en in een boek wat recht voor zijn buik op tafel ligt, links kan beginnen te lezen en met zijn ogen de regel kan volgen om vervolgens op de volgende regel weer links te beginnen. Maar ook voor rekenen is het van belang de middellijn te kruisen. Immers bij optellen werk je van links naar rechts en bij aftrekken van rechts naar links. Een aanwezige ATNR geeft problemen bij het ontwikkelen van voorkeur voor links- of rechtszijdigheid.
Deze reflex speelt ook een grote rol bij het samenwerken van je ogen en hoe je ogen wat je ziet, ruimtelijk verwerken. Problemen met ruimtelijk zicht beperkt je weer in het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht wat weer een belangrijke voorwaarde voor het leren rekenen is!
Fysiek zorgt deze reflex ook voor uitdagingen bij o.a. je evenwicht bewaren, lopen, sporten, bal vangen e.d. Vaak vallen en onhandig/stuntelig overkomen is ook een gevolg.
Tsja…...te begrijpen waarom leren een enorme uitdaging is voor kinderen bij wie deze reflex niet heeft kunnen integreren en nog volop actief is!
En dan onze Jan…..! Weten jullie het nog?? Juf of meester vraagt hem geregeld op de stoel te gaan zitten. Wanneer Jan moet lezen, raadt hij woorden, slaat hij regelmatig woorden of regels over en het tempo laat ook te wensen over. Zijn handschrift is bijna niet te lezen. Maar ja… wat wil je ook als je tijdens het schrijven met steeds je hoofd op de tafel ligt. En dan spelling: boos wordt doos, moet hij geit schrijven, schrijft hij giet. Om maar niet te spreken over rekenen en zijn werkhouding!
Misschien een typisch gevalletje ATNR????
© Esther Terpstra, KidzWijz 04-‘15